versvormen snel uit de doeken

Uitsluitend vormvast |  Ze lijken een last | Maar dwingen tot vindingrijk zoeken

Hier eerst een toelichting op het begrip metrum.  Daarna een aantal versvormen die de Gelegenheidsdichter gebruikt. In volgorde van afnemend aantal versregels. Voor de versvormen zijn aansprekende voorbeelden gezocht van andere dichters. In enkele gevallen zelfs van de bedenker van de versvorm.

Metrum

Metrische versregels worden gekenmerkt door een vast patroon van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen. Zo'n versregel kan worden opgedeeld in voeten (vergelijkbaar met maten in de muziek). De volgorde van de beklemtoning in een voet bepaalt de naam van het metrum. (Merk op dat het woord jambe zelf een trochee is, en het woord trochee een jambe!)

Jambe: ----- In Loen | en is | een wolf | gesig | naleerd

Trochee: ----- Meer dan | ooit heb | ik mijn | hond ge | borsteld

Dactylus: ----- Gisteren | liep er een | kat door mijn | bloementuin

Amfybrachis: -----  Er lijkt op | de wereld | geen walvis | meer over

Anapest: ----- Is er ie | mand die ooit | een karbouw | heeft gezien

Vormregels sonnet 

William Shakespeare (1564-1616)

Sonnet 18

Shall I compare thee to a summer’s day?
Thou art more lovely and more temperate:
Rough winds do shake the darling buds of May,
And summer’s lease hath all too short a date:

Sometime too hot the eye of heaven shines,
And often is his gold complexion dimm’d:
And every fair from fair sometime declines,
By chance, or nature’s changing course untrimm’d;

But thy eternal summer shall not fade,
Nor lose possession of that fair thou ow’st,
Nor shall death brag thou wander’st in his shade,
When in eternal lines to time thou grow’st;

So long as men can breathe, or eyes can see,
So long lives this, and gives life to thee.  

De Italiaanse dichter Petrarca heeft het sonnet bekend gemaakt in Europa. Ook Shakespeare heeft veel sonnetten geschreven. Sonnet 18 is zijn bekendste sonnet.
Een sonnet is een 14-regelig gedicht, bestaande uit 3x4+2 regels of uit 2x4+2x3 regels. De regels bestaan meestal uit vijfvoetige jambes (5x 'kort-lang'), met uiteenlopende rijmschema's. De laatste regels bevatten de 'wending' of de 'conclusie' .
Meer info over het sonnet

Vormregels sonnettine 

Van de verkeerde kant

Vandaag zag ik een hele leuke vent
Normaal kijk ik toch echt niet zo naar mannen
dus ik beschouw het als een incident
Maar deze had iets losjes en ontspannen

Iets dandyesk, koket maar toch voornaam
Een diepe zachte wijsheid in de ogen
En duidelijk in alles zeer bekwaam
maar toch bescheiden en ook ingetogen

Dit was de man waar ik graag op wil lijken!
Ik moet echt vaker in de spiegel kijken

De sonnettine is een uitvinding van Jan Boerstoel, al bedacht Drs. P de naam. Het bevat 10 regels: twee vierregelige strofen en een distichon. De sonnettine heeft bij voorkeur een theatraal slot.
Rijmschema:
abba cddc ee
ook abba abba cc komt voor.

Vormregels ollekebolleke

Drs P (1919-2015)

Prachtig zo'n vogel toch!
Anser Erythropus
Net komt hij onder
die bremstruik vandaan

Vlug, geef me even mijn
Dubbelloopsjachtgeweer
Kookboek en braadpan
En tuinkruiden aan

Een ollekebolleke is een achtregelig gedicht
De vormregels zijn:
- Het metrum is lang-kort-kort (dactylus)
- Bestaat uit tweemaal vier regels, volgens het ritme:
- Ollekebolleke, ollekebolleke, ollekebolleke, ollekeknol
- Regel 1 geeft het motto
- Regel 2 bevat het onderwerp
- Regel 4 rijmt op regel 8
- Regel 6 bestaat uit één woord,
  met hoofdklemtoon op de 4e lettergreep
- Regel 7/8 bevatten (zo mogelijk) een plot

Het beroemde 6-lettergrepige woord in de 6e regel wordt door insiders aangeduid met 6LGW

Drs.P wordt beschouwd als de man die deze versvorm in Nederland heeft geïntroduceerd en populair gemaakt.
Meer info hierover op Wikipedia, waar het begrip al in 2001 werd opgenomen. 

Wikibolleke

Ollekebolleke
Weinig bekendheid slechts
Toch raakt de vorm
Elke taalminnaars hart

In Wikipedia’s
Lexicografische
Woordenlijst stond het al
Twee maand na start

Bollische les

Knevelend knutselwerk!

Vrij strenge voorschriften

Eén veronachtzaamd

Gebod volgt nu hier:

 

Versregel 6 moet voor

Goedkeurenswaardigheid

Hoofdklemtoon hebben

Op lettergreep 4

Metrisch genot

Dagdroom en nachtmerrie!

Steeds weer die dactylus

't Komt in je ritmesysteem

Op den duur


Ook wordt het spotten van

Zeslettergrepige

Pómpompom-woorden

Een tweede natuur

Alle 6LGW's (zeslettergreepwoorden) die in de ollekebollekes op deze website zijn gebruikt zijn opgenomen in een Gelegenheids-6LGW-lijst.

Vormregels snelsonnet (ook wel sonnettette genoemd)

Driek van Wissen (1943-2010)

Jongens waren we...

Ook ik ben bij de paters schoolgegaan
En dus loop ik nu bij de psychiater
Omdat niet één zo’n pedofiele pater
Mij indertijd als jonge knaap zag staan.


Ik ging in alle onschuld door een hel:
Waarom ik niet en al mijn vriendjes wel?

Een snelsonnet is een zesregelig gedicht dat bestaat uit twee strofen:
een kwatrijn (4 regels)
en vervolgens een distichon (2 regels).
Het metrum is een vijfvoetige jambe (10 lettergrepen, afwisselend onbeklemtoond en beklemtoond).
Het kwatrijn heeft omarmend rijm (A-B-B-A).
Het distichon rijmt, maar anders dan het kwatrijn (C-C). Het distichon relativeert het voorafgaande.
De benaming is voor het eerst gebruikt op www.nederlands.nl voor actuele gedichten van de dichter Driek van Wissen.

Vormregels Trijntje Fop

Kees Stip  (1913-2001)

Op een patrijs

Toen een patrijs uit 's Gravenhage
Een baantje bij 's Rijksmunt kwam vragen,
Kreeg hij als antwoord: “Niet voor jou,
Maar wel direct een voor je vrouw.
Patrijzen zijn hier overbodig,
We hebben hier matrijzen nodig.”



Trijntje Fop was een pseudoniem van de puntdichter Kees Stip.  Een groot aantal van deze zesregelige gedichtjes (met rijmschema aa bb cc) zijn in 1989 uitgebracht in een verzamelbundel. Net als bij een Limerick is het laatste woord van de eerste regel doorgaans een plaatsnaam.

Vormregels Aquarium

Logies met ontbijt

Ik vroeg in mijn Berlijns hotel
Wat vis bij m’n ontbijt
Ik keek naar het
Aquarium…
Voelt u al nattigheid?

...In dec 2022 heeft een gigantisch aquarium in de hal van een hotel in Berlijn het begeven, waarbij 1 miljoen liter water met 1500 vissen is weggestroomd ...

Versvorm die familie is van het ollekebolleke, maar simpeler. Het aquarium is bedacht door Drs. P.

Het bestaat uit 5 regels met jambisch metrum.
Regel 4 bestaat uit één woord met een metrum zoals het woord aquarium

Vormregels Limerick

Opstand(ing)

Een stokoude farao glipte
Verrassenderwijs uit z’n crypte.
Hij spuugde wat zand
En vroeg bijdehand:
'Ben ik nog de baas in Egypte?'  

In de eerste regel wordt vaak een persoon of dier geïntroduceerd met een plaatsnaam die meestal gekozen wordt vanwege het rijm.
De plaatsnaam is niet verplicht. Voorts heeft een limerick een komische of dubbelzinnige inhoud. De laatste regel vormt de clou

Het rijmschema is meestal a a b b a. Het telt vijf regels met een vrij strak metrum: twee regels met drie amfibrachen, twee regels met een amfibrachys en een jambe, en afgesloten door weer een regel met drie amfibrachen. 

Vormregels Kwatrijn

Zwarte Kip

Zij had een hang naar pais en vree
Zij ijverde voor recht en orde
Kortom het dier had alles mee
Om later advocaat te worden

Een vierregelig metrisch gedicht. Verschillend aantal versvoeten mogelijk.
Rijmschema abab, of abba. Soms aaaa.